Een aantal weken geleden overleed Etienne Vermeersch. We namen afscheid van een bekende denker, filosoof, ethicus, opiniemaker, een man met een mening. In kranten, tijdschriften, op tv en radio kregen we de belangrijkste hoogtepunten van zijn leven. Ook in ‘De wereld van Sofie’ op Radio 1 werd vorige week aandacht aan hem besteed. Etienne Vermeersch was immers een bekend voorstander van een universele taal, een taal die iedereen over de hele wereld spreekt om zo tot een betere wereld te komen. En daar ging het over bij Sofie Lemaire. Iedereen was het erover eens dat een eenheidstaal heel wat communicatieproblemen zou oplossen. De vraag is dan natuurlijk welke eenheidstaal. Esperanto werd ooit, in de 19e eeuw, als eenheidstaal ontworpen maar slechts een handvol mensen spreekt het vlot. Engels is dan weer de meest voor de hand liggende taal. We worden er dagelijks mee overspoeld en iedereen begrijpt wel een woordje of twee van de taal van Shakespeare. Uiteraard is niet iedereen voorstander. En zo wordt er gediscussieerd over die eenheidstaal – in welke taal, dat is me niet helemaal duidelijk…

Hoe dan ook, iedereen is het er over eens dat een eenheidstaal de wereld beter zou laten communiceren en dus ook functioneren. Maar eigenlijk hebben we die universele taal al! Onze lichaamstaal, onze gelaatsuitdrukkingen, ons ademritme, onze hartslag. Die zijn universeel! Of je nu in Ecuador of Cambodja woont, je hart klopt op hetzelfde ritme. Sterker nog, het gaat vanzelf sneller kloppen als je je geliefde naar je toe ziet komen. Angst laat je gelaat op dezelfde manier samentrekken bij de ogen en je mond, of je nu een Boliviaan bent of een Ghanees.

Het is niet onmogelijk om elkaar te begrijpen, ook al spreek je een andere taal. Ik zag mijn eigen kinderen probleemloos beginnen spelen met Ierse en Mexicaanse vriendjes. De bereidheid om samen te voetballen zorgt ervoor dat Engels, Mexicaans of Vlaams geen barrière hoeft te vormen bij hun spel. Wanneer je op reis bent naar een land waarvan je de taal niet spreekt, is het hebben en uiten van respect voor de mensen belangrijker dan het spreken van hun taal. Met lichaamstaal en het gebruik van handen en voeten én een flinke dosis respect en bereidheid geraak je echt wel aan een brood of het adres van een leuk restaurantje.
Enkele maanden geleden mocht ik bij het opvangcentrum van Fedasil te Turnhout relaxatiesessies geven voor een groepje vrouwen vanuit heel wat verschillende landen. Benin, Rwanda, Rusland, Albanië – het maakte niet uit. Door hun bereidheid en mijn respect genoten we samen van 6 aangename, ontspannende wei wu wei lessen waar ook heel wat gelachen werd. Vriendelijkheid, respect, openheid – meer is er niet nodig om elkaar te begrijpen en te kunnen communiceren.
Dat neemt natuurlijk niet weg dat eenzelfde taal voor die 7 miljard mensen die op onze aardbol rondlopen de zaken wel zouden kunnen vereenvoudigen. Maar voor we met z’n allen Esperanto gaan leren of op taalcursus Mandarijns vertrekken, is het misschien goed om naar onze innerlijke drijfveer te kijken. Zijn we bereid om ons verstaanbaar te maken? Respecteren we de mens die ons iets probeert uit te leggen? Willen we zijn of haar boodschap wel begrijpen? Want zonder de wil en de bereidheid om elkaar beter te willen begrijpen, zal geen enkele taal ons dichter bij elkaar brengen.
Herbeluister de uitzending van de Wereld van Sofie hier.
Leuk om te doen: test je kennis van gelaatsuitdrukkingen hier! (in het Engels...) En op deze site vind je heel wat info over lichaamstaal en -houdingen, gelaatsuitdrukkingen en kan je je kennis ervan testen (in het Nederlands 😀 )
Van de maan af gezien zijn we allen even groot.
(Multatuli)
